Een feestje geven
Is het een typisch Nederlands verschijnsel, de verjaardagskring?
Bij ons in de familie hadden we ‘m. Volgens mijn oma’s regels. Regel één: er wordt de hele dag verjaardag gehouden. De visite was welkom wanneer het hen uit kwam. Familie van Texel en uit Friesland, buren van vroeger en van hiernaast.
Was mijn oma jarig, ontving zij het bezoek in de keuken waar ze met schort om bezig was koffie te zetten. Ze nam daar ook het cadeau (de plant, het friese roggebrood, het boek) aan. De gasten namen plaats in de kamer in de kring. Het bezoek kreeg een kop koffie en een stuk taart (“Welke wil je, appel, mokka, slagroom?”) door mijn oma geserveerd. “Nog een koppie?” “Ach ja, lekker, we hebben er thuis maar één gehad.” Daarna een borreltje, een advocaatje met slagroom, stukje worst, kaas, een nootje. Allemaal geserveerd en afgeruimd door de jarige.
Vervolgens werd het ingewikkeld. Want tussendoor verscheen nieuw bezoek waarmee voor hen de riedel van voren af aan werd ingezet. Koffie, taart, koffie, borrel. De afwas stapelde zich op. Buurvrouw die vroeg of ze kon helpen, werd met een grote lach afgewimpeld: “Niet nodig”. Nicht die ongevraagd ging afruimen, kreeg te horen: “Laat die boel toch staan, blijf lekker zitten!”.
Haar verjaardag vieren deed mijn oma niet voor zichzelf. Nee, stel je voor zeg! Zij gaf het feestje en deed het werk. Regel twee: de jarige job zit niet in de kring. Haar stoel bleef leeg. De visite had zich daar bij neer te leggen.
Naarmate mijn oma ouder werd en ze het onverbiddelijke tempo van het verjaardag houden moeilijk bij kon benen, liet ze toe dat mijn moeder (haar dochter) en ik hielpen. Ze bleef zelf, met schort, steeds meer op haar plek in de kring zitten. Op het ongemakkelijke af.
Bij mijn moeder waren verjaardagen niet anders. Bij mij ooit ook. Ik vier mijn verjaardag niet meer zo. Dat accepteert mijn moeder.
Laatst gaf mijn moeder een feestelijke lunch voor de dames van haar leesclub. Ze kwamen haar nieuwe woning bekijken en een boek bespreken. Ik had de boodschappen voor haar gedaan en geholpen met klaar zetten. Voor de gasten kwamen was ik weg. Toen iedereen vertrokken was, belde mijn moeder zoals afgesproken. Ik zou komen afwassen en opruimen. Ze vertelde met trots in haar stem dat de dames mij hartelijk bedankten voor de verzorging van de heerlijke lunch. Het was voor haar nu in orde om het werk aan haar dochter te laten. En zo kon mijn moeder het feestvarken zijn.