Samenloop Wnra en WAB per 1 januari 2020

5 HR highlights voor leidinggevenden in overheidsorganisaties

1 januari 2020 is het beoogde moment dat twee wetten in werking moeten treden. Deze wetten zijn van invloed op de regels rond arbeid en dienstverbanden bij gemeenten, provincies, waterschappen en andere overheidsorganisaties.
De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) moet ervoor gaan zorgen dat de arbeidsverhoudingen bij de overheid zo veel mogelijk gelijk worden aan die in de private sector. De eenzijdige aanstelling vervalt. Daarvoor in de plaats komt een arbeidsovereenkomst. Het arbeidsrecht en het reguliere ontslagrecht worden van toepassing.
Het wetsvoorstel Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) bevat een pakket aan maatregelen dat de verschillen tussen vast en flexwerk moet verkleinen. Bij CAO kan hier en daar van deze wet worden afgeweken.

Vijf punten om rekening mee te houden.

  1. De ketenregeling wordt verruimd
    Mochten in de afgelopen jaren maximaal drie tijdelijke aanstelling in twee jaar gegeven worden, vanaf januari mogen maximaal drie tijdelijke overeenkomsten in drie jaar gegeven worden. Daarna word het dienstverband voor onbepaalde tijd. Zit er tussen de tijdelijke overeenkomsten een tussenpoos van meer dan 6 maanden, dan start de telling opnieuw.
  2. Proeftijd – nieuw voor ambtenaren
    Binnen de duur van de arbeidsovereenkomst kan een proeftijd afgesproken worden. In de proeftijd kan de arbeidsovereenkomst door zowel werknemer als werkgever zonder reden worden beëindigd. De maximaal af te spreken proeftijd is afhankelijk van de duur van de overeenkomst en varieert van 0 tot 2 maanden.
  3. Aanspraak op transitievergoeding bij einde dienstverband
    Bij ontslag dat niet te wijten is aan de werknemer moet de werkgever een transitievergoeding betalen. Dit geldt ook wanneer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt en op initiatief van de werkgever niet aansluitend wordt voortgezet. Het recht op een transitievergoeding geldt straks vanaf dag één, zowel bij tijdelijke als vaste dienstverbanden en bedraagt 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar.
  4. Beperking beschikbaarheid oproepkrachten
    Oproepkrachten moeten minimaal vier dagen van tevoren opgeroepen of afgezegd worden. Bij een afzegging korter dan vier dagen voor de inzet, heeft de oproepkracht recht op loon.
  5. Verkleining verschil tussen uitzendkrachten en werknemers
    Uitzendkrachten krijgen minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden als werknemers. Het voordeel van flexibele inzet blijft. De kosten van inhuur worden naar verwachting hoger.

In de komende maanden wordt duidelijk hoe het er definitief uit gaat zien. Cathelijne Westerveld adviseert u graag over de doorwerking ervan in uw eigen organisatie en personeelsbeleid.